Spijsvertering

Algemene informatie
In deze webquest maken de leerlingen een opstel over de spijsvertering, waarin zij leren waarom men het eten verteert en hoe dit ongeveer in zijn werk gaat.

Met behulp van de verschillende door de webquest aangereikte bronnen zullen de leerlingen op internet de antwoorden gaan zoeken op de volgende vragen, die ze daarna in hun opstel zullen verwerken.

1. Waarom verteer je voedsel?
2. Hoelang duurt het voordat een maaltijd door je hele spijsverteringsstelsel is gegaan?
3. Noem tien organen uit het spijsverteringsstelsel.
4. Noem drie functies van de lever.
5. Wat gebeurt er in de maag?
6. Wat gebeurt er in de dikke darm?
7. Wat doet de alvleesklier?
8. Wat gebeurt er in de slokdarm?
9. Wat gebeurt er in de dunne darm?
10. Zet de organen die op je antwoordblad staan in de goede volgorde. Begin met het orgaan waar het eten als eerst doorheen komt.

Toelichting op de verschillende onderdelen van de webquest

Inleiding
Als u de leerlingen de webquest zelfstandig laat maken, behoeft de inleiding geen extra toelichting. De leerlingen kunnen dit zelf op de webquest lezen. Indien u de webquest klassikaal laat maken kunt u er de voorkeur aangeven de webquest kort te bespreken, zodat uw leerlingen minder snel vastlopen.

Opdracht
Bij deze webquest is een antwoordformulier ontwikkeld. Hierop kunnen de leerlingen de antwoorden op de op internet opgezochte vragen opschrijven. Het is verstandig om voordat de leerlingen beginnen met het maken van de webquest dit antwoordformulier uit te delen.

Als uw leerlingen nog niet heel erg vaardig zijn in het verzamelen en verwerken van informatie op internet, is het misschien handig om voordat de leerlingen aan het werk gaan de Opdracht en de Handelingen van de webquest goed te bespreken met uw leerlingen. U zou dit ook kunnen doen met een aantal leerlingen waarvan u weet dat zij hier waarschijnlijk moeilijkheden mee zullen hebben.

Handelingen
Het is heel belangrijk dat de leerlingen de opdracht uitvoeren in de goede volgorde. 
De webquest bestaat uit de volgende stappen:

Stap 1: Lees de hele opdracht goed door, zodat je weet wat er van je verwacht wordt. 
Stap 2: Beantwoordt de vragen over de spijsvertering. Bij elke vraag staat een bronnummer vermeld. Bij het onderdeel 'bronnen' (links in de kantlijn) kun je die bronnummers weer terugvinden. Als je hierop klikt kom je op een site waar je het antwoord op de vraag kunt vinden. Lees de tekst op de sites goed door, zo kun je de beste antwoorden geven! Je kunt de antwoorden invullen op het antwoordblad dat je bij deze opdracht hebt gekregen.
Stap 3: Nadat je de vragen hebt beantwoord ga je een opstel over de spijsvertering schrijven. Je kunt hierbij de antwoorden op de vragen gebruiken, en natuurlijk ook alle bronnen.
In het opstel moet je uitleggen hoe de spijsvertering werkt. Het is de bedoeling dat je het schrijft voor iemand die er nog niks van weet, dus beschrijf alles zo makkelijk en duidelijk mogelijk.
In je opstel moet je in ieder geval de volgende dingen vertellen:
- wat spijsvertering is
- waarom je voedsel verteerd wordt
- welke organen er in het spijsverteringsstelsel zitten
- een beschrijving van de weg die het voedsel aflegt, van begin tot eind.
Het opstel moet ongeveer 1 tot 2 a-4tjes lang zijn. 


Stap 4: Lever het antwoordenblad en je opstel in bij je juf of meester.
Het is dus heel belangrijk dat de leerlingen de stappen in de goede volgorde doen. Eerst moeten zij met behulp van de bronnen de 10 vragen beantwoorden en opschrijven op het antwoordblad. Als ze alle vragen hebben beantwoord kunnen ze met behulp van hun eigen antwoordenblad beginnen met het schrijven van het opstel.

Bronnen
De bronnen in deze webquest moeten uw leerlingen naar het goede antwoord op de vragen leiden. Per vraag is aangegeven in welke bron of meerdere bronnen het antwoord op de vraag gevonden kan worden.

Afsluiting
De leerlingen worden bedankt voor het maken van de webquest en er wordt nog even kort weergegeven wat zij allemaal hebben geleerd. U zou dit daarna in de klas aan de hand van de gemaakte opstellen nogmaals met de leerlingen kunnen bespreken.