Is that English language too?

A: Theorie en voorkennis
Beantwoord de volgende vragen in je Word document en verwerk ze later in je Prezi presentatie.

Exercise 1: Hebben we in onze taal ook verschillende dialecten, slang en soorten?
a. Spreek jij ook een dialect? En zo ja, welk dialect?
b. Hoor jij wel eens een ander Nederlands dialect? En zo ja, welk dialect? En waar en wanneer?
c. Weet jij nog andere plekken op de wereld waar ze (een soort) Nederlands spreken?

Exercise 2: Waar komen al die verschillende dialecten en uitspraken vandaan?
a. Ga naar de link "Nederlandstalige muziek (avro.nl)" en bekijk het filmpje "Platenkast - dialecten". Kijk en luister naar dit filmpje (link hieronder).
b. Ga naar de link "schooltv/beeldbank Friesland" en kijk en luister naar dit filmpje (link hieronder).
c. Ga naar de link "Herman Finkers over dialecten" en kijk en luister naar dit filmpje (link hieronder).
d. Ga naar de link "Nederlands en Vlaams zijn verschillend" en kijk en luister naar dit filmpje (link hieronder).

Schrijf nu in je Word document wat je hebt gehoord, gezien en geleerd van deze filmpjes:
- Dialecten; welk dialect vond je wel of niet leuk klinken?
- Welk dialect kon je wel of niet verstaan?
- Is er iets wat jij 'raar' vindt aan andere dialecten?
- Als jij in Vlaanderen zou wonen, wat zou jij dan "gewoon" vinden om te spreken?

Exercise 3: Wat is een dialect, wat is een taal en wat is slang?
a. Ga naar de link "Nederlands in Zuid-Afrika (schooltv/beeldbank)" en kijk en luister naar dit filmpje (link hieronder).
b. Ga naar de link "Wat zegt ze nou???" en kijk en luister dit filmpje (link hieronder).
c. Ga naar de link "Surinaams Nederlands" en kijk en luister dit filmpje (link hieronder).
d. Ga naar de link "Informatie over taaltheorie en dialect (moeilijk, YouTube)" en kijk en luister naar dit filmpje (link hieronder).
e. Ga naar de link "Kan taal ontstaan uit een dialect?" en kijk en luister naar dit filmpje (link hieronder).
f. Ga naar de link "Yo Oma" en kijk en luister naar dit filmpje (link hieronder).
g. Ga naar de link "Engels als wereldtaal" en lees de informatie (link hieronder).

Schrijf nu in je Word document wat je hebt gehoord, gezien en geleerd van deze filmpjes:
- Waar wordt op de wereld Nederlands gesproken?
- Leg kort uit waarom er in Zuid-Afrika een soort Nederlands ('t Afrikaans) wordt gesproken.
- Wat kon jij beter begrijpen en verstaan; het Surinaams of het Zuid-Afrikaans Nederlands?
- Welke woorden vind je leuk of interessant om te onthouden?
- Wat is het verschil tussen een dialect, een taal en slang? Probeer dit uit te leggen.
   Weet je het antwoord nog niet? Ga dan zelf op internet op zoek naar het antwoord.
- Welke Nederlandse slang- of straattaal woorden ken jij? Noem er 3 en geef de betekenis.
- In welke landen wordt Engels gesproken?
- Kies minimaal 3 landen waar ze Engels spreken en waar jij wel eens naartoe zou willen gaan.

EVALUATIE: ALS JE MET DE EERSTE 3 OPDRACHTEN KLAAR BENT, VUL JE HET ZELFEVALUATIE FORMULIER NEDERLANDSE TAALVARIANTEN EN VOORKENNIS IN (LINK HIERONDER). SLA DIT FORMULIER OP IN JE DIGITAAL PORTFOLIO.